Citalopram in serum
Algemeen | ||
Therapeutische groep | psychofarmaca | |
Synoniem | nitalapram, cipramil | |
CTG-code | 72809 | |
Bepalingsmethode | LC-MSMS | |
Bepalingsfrequentie | 1x per week | |
Bepalingsdag(en) | vrijdag | Materiaal dient op de dag van de bepaling voor 11:00u op het laboratorium aanwezig te zijn. |
Doorlooptijd (dagen) | 7 dagen | |
Spoed-bepaling / buiten openingstijden | alleen na overleg met dienstdoende ziekenhuisapotheker (055-8446004 of buiten kantooruren via de centrale). | |
Uitvoering | intern | |
Accreditatie | ISO15189:2012 – M305 | |
IVDR compliance | Laboratory Developed Test | Risicoklasse: C | Classificatie: III (raadpleeg het gedeelte ‘Kwaliteit’ voor de verklaring) | |
Afname gegevens | ||
Afnamemateriaal | stolbuis (4 mL, witte dop) | |
Afnamematrix | serum | |
Afnamevolume (mL) | minimaal 0.5 mL | |
Afname tijdstip (@ steady state) | vlak vóór de volgende gift (0 – 30 min; dal) óf tenminste 10 uur na inname | |
Steady state (dagen) | ca. 7 – 14 dagen | |
Afnamecondities | vermeld tijdstip en dosering laatste gift | |
Verzend- en bewaarcondities | ||
Bewaarconditie (°C) | -20°C (vriezer) | |
Bewaartermijn (dagen) | 14 dagen | |
Verzendconditie (°C) | 15 – 25°C (kamertemperatuur) | |
Verzendadres | Gelre ziekenhuizen Klinisch Farmaceutisch en Toxicologisch Laboratorium (KFTL) Albert Schweitzerlaan 31 7334 DZ Apeldoorn. | |
Monsterontvangst | centrale balie klinische chemie Gelre ziekenhuizen ziekenhuisapotheek-laboratorium Gelre ziekenhuizen | |
Rapportagegegevens | ||
Referentiewaarde | Therapeutisch (ng/mL) | Toxisch (ng/mL) |
Citalopram | 50 – 200 | > 400 |
Desmethylcitalopram | zie opmerking | |
Opmerkingen | normale ratio desmethylcitalopram / citalopram = 0.3 – 0.6 | |
Achtergrondinformatie | ||
Storende factoren | niet van toepassing | |
Indicatie | Bepaling kan geïndiceerd zijn in de volgende situaties: – bij het instellen van de behandeling – als het beoogde effect uitblijft – voor het verkrijgen van informatie over therapietrouw – bij onacceptabele/toenemende bijwerkingen – bij nier- en leverfunctiestoornissen – bij geneesmiddelinteracties (starten/stoppen/dosisverandering) | |
Evidence level TDM | bewijsniveau 1 | |
Overige diagnostiek | – | |
Farmacogenetica | citalopram wordt voornamelijk via CYP2C19 en in mindere mate door CYP3A4 gemetaboliseerd tot het zwak werkzame N-desmethylcitalopram. Desmethylcitalopram wordt door CYP2D6 omgezet in didesmethylcitalopram. Er zijn doseer adviezen beschikbaar bij CYP2C19 polymorfismen. CYP2D6 polymorfismen hebben geen invloed op de plasma concentratie. | |
Referenties | [1] Hiemke et al. Pharmacopsychiatry 2018 51(01/02) [2] https://tdm-monografie.org/monografie/SSRI-Selectieve-Serotonine-Heropnameremmers | |
Wijzigingen t.o.v. de vorige versie | 11-09-2024: IVDR compliance + storende factoren toegevoegd | |
© 2019. Gelre-iLab, Gelre ziekenhuizen |